Geef onkruid geen water!
‘Laten we dankbaar zijn voor de mensen die ons gelukkig maken; zij zijn de charmante tuiniers die onze zielen laten bloeien.’
-Marcel Proust
Ik keek vanmorgen naar mijn tuin. Er had een massamoord plaatsgevonden. De hosta was opgegeten door bruine naaktslakken. Mijn schattige rode bosaardbeitjes waren ontworteld, de blaadjes waren verdord. Mijn oranje en gele bloemen waren platgetrapt door voetballende kinderen. Ook mijn herfstframboos waarvan ik zoveel heerlijk zoete framboosjes plukte, hing verslapt en triest in zijn opbinding aan de muur. Veel van de prachtige kleuren waren verdwenen, het enige wat ik zag was bruin en verdord groen.
Met egels, mollen, kinderen en katten die bergen maken, voetballen en slootjes graven tussen mijn bloemen, of erop gaan liggen, en onkruid dat vastberaden zijn best doet om de bloemen te verdrukken, is het een wonder dat er nog iets moois in mijn tuin bloeit, als je kijkt hoe weinig energie ik er aan besteed. Toen ik daar stond, kwam er een gevoel van onvrede in me op. Ik herinnerde me een spreuk die ik in een yogales had gehoord die ik onlangs had gevolgd. `Don´t water the weeds´. En ik herinnerde me nog een spreuk die ik ooit opschreef: `als het gras bij de buren groener lijkt, kan dat komen omdat je zelf niet goed voor je gras hebt gezorgd`. Tijd voor zelfonderzoek!
Ik besloot eens van een afstandje naar mijn tuin te kijken. Als ik vanaf het terras van m´n bovenburen naar mijn tuin keek, zag ik een prachtig groen grasveld met een trampoline, omgeven door schattige bosaardbeitjes en gele en oranje bloemen, prachtige groene klimplanten, mooie sierbloemen en varens in potten op het terras rond een gezellige houten tafel. Vanaf een afstand was het goed te zien dat er vele uren liefde in deze tuin waren geïnvesteerd; klimplanten waren teruggesnoeid, gras was gemaaid, bloemen gezaaid, er was vaak gezellig aan de grote tafel gezeten en gekeuveld met vrienden en er was veel met ballen gespeeld, op de trampoline gesprongen en er was met veel plezier naar de wisseling van de seizoenen gekeken.
Van deze afstand was er niets te zien van onkruid, sloperijen of verval.
Dat gaf me te denken. De tuin is een prachtige metafoor voor hoe ’t met je gaat. Dus aan de slag!
Het is super makkelijk om alleen in te zoomen op wat niet goed gaat. Jezelf op je kop te geven omdat je op sommige fronten zwak bent. Te vinden dat je die uitdaging de héle tijd aan moet gaan, ook al heb je er geen energie voor. De focus op negatieve dingen te leggen, en pas tevreden zijn als je je zwakke punten hebt omgezet in kwaliteiten.
Erg gelukkig word je daar niet van. Het is namelijk heel hard werken, jezelf positief houden terwijl je alleen maar naar de negatieve kanten kijkt en die probeert te veranderen.
Je word wel gelukkig als je ziet dat 90% van je tuin wel goed en mooi is, dat je zorg en liefde voor kleur en spontaniteit je tuin heeft gesierd. Je wordt gelukkig als je kan genieten van het buiten zijn, kan genieten van het ontspruiten van zaadjes in kiemen, in stengels waaruit dan plotseling fantastische bloemen ontspruiten die ook nog heerlijk ruiken. Die bloemen zijn vast niet bezig met focussen op hun zwakheden. Ze zullen zich ook niet afvragen of jij wel van hun geur houdt. De bloemen weten hoe ze moeten bloeien, ondanks hun uitdagingen.
Het onkruid in je tuin kan je als metafoor zien voor de slechte gedachten die je over jezelf hebt. Ik ben niet goed genoeg, ik moet beter m’n best doen, vaker mediteren, aardiger zijn tegen m’n moeder… alles waarvan je vindt dat ’t niet goed genoeg is aan jezelf. Maar door hier aandacht aan te blijven schenken, geef je je onkruid water, niet je planten en bloemen. Door onkruid te voeden, geef je onkruid de kans je tuin te overwoekeren waardoor je de schoonheid uit ´t oog verliest. Dan krijgt de negativiteit de overhand. Niet doen! Kijk wat er goed gaat, bewonder je mooie kanten. Niet alleen kijken naar wat niet goed gaat. Anders zou je eruit zien als mijn geliefde frambozenstruik nu; met verdrietig slap hangende blaadjes, zonder frambozen en zonder verlangen om met de juiste voeding opnieuw vanuit veerkracht op te groeien, en zou hij me nooit meer bij thuiskomst verrassen met weer een rijpe, zoete framboos.
Je hoeft ook niet te vechten tegen je onkruid: zorg er juist voor dat je ze niet voedt. Door te focussen op wat je wel goed doet, krijg je een beter gevoel over jezelf, straal je meer, voel je je opgewekter en waardevoller. Dan kom je meer tot bloei, en kan je je verwonderen over je eigen kleurenpracht doordat je je eigen diversiteit laat groeien!
Dus… goed voor je eigen gras zorgen betekent niet alleen je gras verzorgen en water geven, maar ook de focus op je eigen gras houden en de kwaliteit zien, in plaats alleen focussen op de minder mooie plekjes. En door je niet te focussen op je onkruid, en daarmee de slechte gedachten over jezelf los te laten, komt er ook steeds minder onkruid in je tuin.
Focus op je waardering van schoonheid en uitmuntendheid, nieuwsgierigheid, dankbaarheid, liefde voor leren en andere sterke punten; daarmee voed je je ziel veel meer dan als je jezelf de maat neemt. Deze voeding (de focus op wat wel goed is) heeft een positieve invloed op je wereld – die verder reikt dan je tuin. Wetende dat je het nodig heb om je sterke punten te voeden om gelukkig te zijn, maak je tijd om te schilderen, naar yogales te gaan, lange wandelingen te maken. Als gevolg daarvan voel je je energiek en zelfverzekerd in wat je aan anderen biedt in je werk en privé – en het allerbelangrijkste? Je ben meer jij met degene van wie je houdt.
Na deze bespiegeling keer ik terug naar mijn tuin – fluitend en hem soms vervloekend – weer op de hoogte van de gelukkige keuze die ik maak, om er met een frisse blik naar te kijken, en aan de punten te werken die schoonheid tot gevolg hebben.
-Margriet Verhagen